category_news
Beleidsscenario’s voor toegang en verdeling van voordelen (ABS) en digitale sequentie-informatie (DSI)
Er wordt momenteel een internationale discussie gevoerd over de vraag of het gebruik van ‘digitale sequentie-informatie’ (‘digital sequence information’, DSI) van genetische bronnen ook onderhevig zou moeten worden aan verplichtingen inzake toegang en verdeling van voordelen (ABS). Er zijn verschillende scenario’s ontwikkeld voor de manier waarop omgegaan zou kunnen worden met de toegang tot en verdeling van voordelen uit het gebruik van DSI. De Nederlandse ABS-Autoriteit is geïnteresseerd in de ervaringen van Nederlandse stakeholders met DSI en hun meningen over de beleidsscenario’s.
In de vorige nieuwsbrief (mei 2021) wezen we erop dat er momenteel gediscussieerd wordt over de vraag of het gebruik van genoominformatie, net als het gebruik van genetische bronnen, ook onderhevig zou moeten worden aan verplichtingen inzake toegang en verdeling van voordelen. In deze discussie wordt genoominformatie (en soms ook andere informatie over genetische bronnen) meestal aangeduid als ‘digitale sequentie-informatie’ (‘digital sequencing information’, DSI), hoewel de term DSI niet duidelijk gedefinieerd is.
Over het algemeen is er een consensus dat toegang tot en gebruik van DSI uitermate belangrijk is voor het behoud van biodiversiteit en duurzame ontwikkeling. De meningen lopen echter uiteen over de vraag of de toegang tot DSI en de verdeling van voordelen uit het gebruik ervan op het moment eerlijk en billijk zijn. Landen verschillen ook van mening over of en hoe de toegang tot DSI en verdeling van voordelen uit het gebruik ervan gereguleerd zouden moeten worden. Deze uiteenlopende meningen vormen een grote belemmering voor het vinden van overeenstemming over DSI en andere aspecten van het Verdrag inzake biologische diversiteit (CBD) en andere internationale overeenkomsten.
Er zijn verschillende opties/scenario’s ontwikkeld voor de manier waarop omgegaan zou kunnen worden met de toegang tot en verdeling van voordelen uit het gebruik van DSI van genetische bronnen (een meer gedetailleerd overzicht is te vinden op de website van de CBD).
- Optie 0: Bestaande situatie: geen overeenstemming over hoe om te gaan met ABS voor DSI; landen kunnen DSI opnemen in hun nationale ABS-wetgeving.
- Optie 1: DSI volledig geïntegreerd in CBD en Nagoya Protocol: DSI op dezelfde manier gereguleerd als genetische bronnen; toegang tot DSI op basis van voorafgaande geïnformeerde toestemming (prior informed consent, PIC) en onderling overeengekomen voorwaarden (mutually agreed terms, MAT); verdeling van voordelen gekoppeld aan DSI; verdeling van voordelen met individuele landen (bilateraal mechanisme) op basis van MAT; MAT moet worden onderhandeld.
- Optie 2.1: Elk land heeft een standaard-MAT/-licentie: toegang tot DSI niet gereguleerd (geen PIC vereist); verdeling van voordelen gekoppeld aan DSI; verplichting tot verdeling van voordelen komt voort uit bepaalde ‘triggers’ (bijv. commercialisering); verdeling van voordelen met individuele landen (bilateraal mechanisme); elk land kan eigen standaard-MAT/-licentie invoeren.
- Optie 2.2: Standaard-MAT/-licentie op internationaal niveau: toegang tot DSI niet gereguleerd (geen PIC vereist); verdeling van voordelen gekoppeld aan DSI; verplichting tot verdeling van voordelen komt voort uit bepaalde ‘triggers’ (bijv. commercialisering); verdeling van voordelen met individuele landen (bilateraal mechanisme); verdeling van voordelen op basis van een of meerdere internationale standaard-MAT’s/-licenties.
- Optie 3.1: Betaling voor toegang tot DSI: geen PIC of MAT vereist voor DSI; gebruikers betalen voor toegang tot wereldwijde DSI-datasets via lidmaatschappen of losse betalingen; betalingen voortkomend uit verdeling van voordelen gaan naar een multilateraal fonds (multilateraal mechanisme).
- Optie 3.2: Andere betalingen en bijdragen: geen PIC of MAT vereist voor DSI; geen directe betalingen voor toegang tot wereldwijde DSI-datasets; multilateraal fonds voor verdeling van voordelen wordt op andere manier gevuld (bijv. via heffingen op producten, biodiversiteitsobligaties, labels of vrijwillige bijdrages).
- Optie 4: Verbeterde technische en wetenschappelijke samenwerking: geen PIC of MAT vereist voor DSI; verdeling van voordelen niet gekoppeld aan DSI; verbeterde capaciteitsondersteuning voor ontwikkelingslanden om hun capaciteit om DSI te gebruiken te vergroten; deze optie kan worden gecombineerd met andere opties.
- Optie 5: Geen verdeling van voordelen vanuit DSI: er wordt overeengekomen dat verdeling van voordelen uit DSI niet nodig is; er worden geen mechanismen geïmplementeerd om voordelen te verdelen.
In het kader van de CBD zullen deze opties worden besproken tijdens de derde bijeenkomst van de Open werkgroep (Open-ended Working Goup, OEWG) inzake het Post-2020 Global Biodiversity Framework, die als virtuele bijeenkomst zal plaatsvinden van 23 augustus tot 3 september. Naar verwachting zullen beslissingen genomen worden tijdens de vijftiende vergadering van de Conferentie van Partijen (Conference of the Parties, COP) bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, waarvan de data nog moeten worden bepaald. Op dit moment formuleren en bespreken de EU-landen hun in te nemen standpunt tijdens de OEWG in augustus/september.
De Nederlandse ABS-Autoriteit (Kim van Seeters; k.vanseeters@minlnv.nl) blijft zeer geïnteresseerd in de ervaringen van Nederlandse stakeholders met DSI en hun meningen over de ontwikkelde DSI-scenario’s en nodigt u uit deze aan haar toe te sturen.